Menu
Blog

De Woestijn

Het was een jaar na de geboorte van Chloë.
Ik liep in een parkje vlakbij ons huis waar ik dagelijks een wandeling maakte met haar. Meestal zing ik terwijl ik met haar wandel. Dan geniet ik van de natuur, luister naar de vogels en geniet van de buitenlucht. 

Onverwachts werd het stil.
Ik keek om me heen en vroeg me af wat er veranderd was. Ik dacht: Ik zie de takken bewegen, ik zie de vogels in het gras en eendjes in de vijver. Hoe kan het dan zo stil zijn? 
Op dat moment besefte ik mij dat het bij mij van binnen stil was. Er kwam geen lied in mij op, ik voelde me leeg en kon niet genieten van de wandeling.
Toen de dagen zich aaneen regen in weken ging ik bij mezelf na wat mijn gevoelens en gedachten waren.

Ik werd geconfronteerd met de hoop die ik had. Hoop op herstel. 
Er was nu een jaar verstreken waarin ik veel specialisten heb gezien, er verschillende diagnoses zijn uitgesproken en waarna deze weer van tafel zijn geveegd. Keer op keer kreeg ik de boodschap; ‘Doe rustig aan. De rust en tijd zal herstel brengen.’

En dat was niet gekomen.
Deze confrontatie met de realiteit maakte me verdrietig. De dankbaarheid die mijn dagen overheerst hadden deed een stapje achteruit. Het verdriet over de loop van deze maanden na de bevalling maakte dat ik vragen had aan God. Vragen over deze nieuwe periode van pijn en verdriet.
Dit maakt dat ik afstand ervaarde van God. Ik kon geen woorden vinden.

Ik las verhalen van Mozes, Elia en David in de Bijbel. Zij hebben tijden gekend in de woestijn. Een tijd waarin ze beproevingen en worstelingen doormaakten.
David was jarenlang op de vlucht voor Saul in de woestijn. In psalm 142 is te lezen hoe hij het uitriep tot God in zijn wanhoop.
Ook Elia vluchtte de woestijn in. Hij ging daar liggen onder een struik en verlangde ernaar om te sterven. In 1 koningen 19 is te lezen dat hij tot twee keer toe eten krijgt van God. Eten om op krachten te komen en hier wordt hij aangemoedigd om te eten, drinken en slapen.
In eerste instantie weigert hij.
Nog een tweede keer wordt hij aangemoedigd om te eten, drinken en op te staan. Waarna hij in beweging komt.
Elia heeft in de voorafgaande periode grote wonderen gezien en meegemaakt en nu zo’n diepe wanhoop. God spoort Elia aan terwijl Hij ook boos had kunnen worden.
Ik stel me zo voor dat Hij zou zeggen: ‘weet je het dan nu nog niet, waarom lig je daar, heb je niet gezien wat ik allemaal voor je heb gedaan?’ Maar dat is niet wat God doet. Hij geeft eten en drinken! Hij spoort Elia liefdevol en geduldig aan.

Terwijl ik deze verhalen las en de verhalen tot me door liet dringen kon ik me identificeren met de wanhoop die zij daar ervaarden in de woestijn. Ik erkende op dat moment dat de pijn in mijn lichaam, de afhankelijkheid van zorg van anderen en mijn beperkte fysieke gesteldheid me intens verdrietig maakten. 
Deze jaren zijn er meer momenten geweest dat ik me afvroeg waarom ik nog door zou leven, zoals Elia onder de bremstruik. Ik voelde me daar schuldig en ondankbaar over. Ik vond dat ik daar niet zo over mócht denken.
Ik ervaar en zie hoe God in de wanhoop en het lijden liefdevol zorgt en leidt. Hoe Hij troost en aanspoort om verder te gaan. Hij had een plan voor David en Elia!
God heeft een plan met mij, met jou.

Wat bemoedigend dat anderen ons voorgaan op wegen die ons nog onbekend zijn. De woestijn periodes hebben mij geleerd dat ik mag worstelen. Worstelen met dat wat er om voorrang vraagt in mijn hart en gedachten.
Ik heb leren uitroepen tot God: “HEER! HELP!” en “Heer geef mij moed en kracht om door te gaan.” 
Ik ben ervan overtuigd dat Gods kracht zich openbaart zich in onze zwakheid. 
Een waarheid die ik elke dag mag ervaren, omdat Hij elke dag kracht geeft voor die dag.